Alleen op de wereld... - Reisverslag uit Hanoi, Vietnam van Anneloes Opperhuizen - WaarBenJij.nu Alleen op de wereld... - Reisverslag uit Hanoi, Vietnam van Anneloes Opperhuizen - WaarBenJij.nu

Alleen op de wereld...

Door: Anneloes

Blijf op de hoogte en volg Anneloes

09 Mei 2010 | Vietnam, Hanoi

Hallo jullie,

Ja, dat waren 2 weekjes alleen op de wereld. Het was eventjes wennen maar het is me allemaal prima vergaan. Martijn is precies op tijd weg gegaan, want nu is Vietnam pas ECHT mooi geworden! Het spijt me dat te moeten zeggen, maar het is toch echt zo. Ik ben nu in Hanoi en ik ga de komende week nog een aantal plekjes bezoeken waarvan wordt gezegd dat het de mooiste plekken in Vietnam zijn…ik kan niet wachten!

Ik was dus gebleven in Hoi An, een heerlijk rustig stadje in het midden van Vietnam. Het is een stadje dat verrassend veel van de Franse periode heeft behouden en dat heeft geleidt tot het ‘oude centrum’ wat zelfs een op de werelderfgoedlijst staat. Er zijn allerlei kleine straatjes waar zowaar auto’s verbannen zijn (YES!) maar de motoren helaas nog niet (dat zou onmenselijk zijn voor Vietnamezen). Dit oude centrum heeft allemaal hele oude gebouwtjes/huisjes waar je ook in kon gaan kijken. Ik heb een fiets gehuurd en heb mezelf prima vermaakt om vooral langs de huisjes te rijden, door de kleine straatjes en door een verkeerde afslag te nemen kwam ik met m’n fiets op de markt terecht. Nu maakt dat niet uit want je mag zelfs met je motor de markt op, maar toch is het ietwat ongemakkelijk. Ik voelde niet de behoefte om de huisjes in te gaan en daar de architectuur of het meubilair te gaan bekijken, dus dat heb ik dan ook overgeslagen. Ik ben naar een strandje gefietst en alsof de Goden het aanvoelen dat ik geen strand mens ben, gaat het zowaar stormen en beetje regenen als ik eens op een strand kom. Later in Dong Hoi ben ik ook naar een strand gegaan maar daar was de wind zo sterk dat zwemmen zelfs verboden was. Sjaa, stel dat ik nou eens zou willen zwemmen.

Vlakbij Hoi An ligt het ‘Angkor Wat’ van Vietnam. Misschien herinneren jullie je nog wat Angkor Wat was, het gigantische tempelcomplex van Siem Reap, Cambodja. Dit Vietnamese ‘Angkor Wat’, heet My Son en is echt een lachertje vergeleken met dat in Cambodja. Nu probeerde ik vooral niet bevooroordeeld te zijn en heb me toch wel eventjes vermaakt. Het is een tempelcomplex van de Cham cultuur. Deze groep mensen hadden een mix van Boeddisme en Hindoeisme en waren vroeger een grote groep in Vietnam, inmiddels zijn er nog zo’n 100.000 Cham-mensen over. Op meerdere plekken in het land staan er Cham-torens, maar My Son is dus de grootste verzameling. Er waren 5 groepjes van tempels, twee daarvan kon je niet bekijken omdat ze gerestaureerd worden, twee anderen zijn compleet verwoest (door Amerikaanse bommen, de bomkraters kon je nog zien!) of overgroeid met planten en dus blijft er 1 over. Dat was overigens wel erg interessant. Alle tempels daar zijn tussen de 4e en 14e eeuw zo’n beetje gebouwd, dat is pas echt oud! Ze zijn gemaakt van rood zandsteen en bevatte vaak maar 1 kamer. De tempels in het écht Angkor zijn gigantisch en daar kun je een poos doorheen lopen, door ramen klimmen etc. Hier dus niet. Omdat er maar zo’n klein stukje is waar het interessant is, kan dat dus erg druk worden met toeristen. Omdat ik toch wilde proberen een foto van een tempel te maken zonder een andere toerist erop, besloot ik met zonsopgang te gaan. Dat is best vroeg maar wel de moeite waard. Het is rustig, je bent de enige (met de 10 andere toeristen ofzo), en het is relatief koel. Ook ben je alweer om 9 uur ’s ochtends terug en heb je nog een hele dag, best fijn!

Die avond ervoor was het volle maan. De Vietnamezen (in ieder geval in Hoi An) geloven dat dat geluk brengt en dus was dat een speciale avond. Alle lichten gaan uit, overal branden alleen maar kaarsen, lampionnen en kleine vuurtjes. Er is wat muziek, motoren zijn voor het grootste deel zelfs verboden op die avond en iedereen is op straat. Hoi An ligt aan een rivier en je kon dus een kaarsje als een bootje op de rivier laten varen, dat brengt dan geluk. Wat een vreedzaamheid, heerlijk. Hoi An is sowieso al mooi en rustig vergeleken met IEDERE andere stad waar ik ben geweest, en dan dit. Prachtig.

Waar Hoi An trouwens ook bekend om is, zijn de kledingmakers. Er zijn tussen de 300 en 500 kleding makers, oftewel het hele centrum zit er vol mee. Ik heb mezelf ook maar even getrakteerd op een jurk die van speciale stof, precies op maat binnen een paar uur voor je wordt gemaakt, en dat voor 36 dollar! Zo’n kans laat ik niet liggen, ookal ben ik geen jurken-mens.

Na Hoi An vertrok ik via een prachtige treinrit naar Hue. Ik zat aan de goede kant, de oceaan-kant. Ik reed wel achteruit en er was vrijwel geen ruimte voor m’n bagage die ik toch ook echt kwijt moest (tot woede van een man die me vervolgens 2 uur heeft aangestaard omdat ik mijn tas boven zijn hoofd plaatste, dat was het enige plekje!), maar ik kwam aan in Hue. Hue heeft veel historie in zich en het is jaren geleden de hoofdstad van Vietnam geweest. Rondom Hue liggen veel tombes van oude keizers of belangrijke leiders. Een tombe bestaat vaak uit ten minste 5 elementen; een paviljoen voor de keizer, tempel voor keizer en keizerin, een gesloten graf waar de resten van de keizer in worden begraven (maar die ligt er vaak helemaal niet), een eretuin met stenen-olifanten, -paarden en -burger- en militaire mandarins (wachters, zij moeten het graf bewaken) en als vijfde een lotus-bloemen park, met dennenbomen. Lotusbloemen zie je vaker op beelden en tempels omdat het voor boeddhisten een teken van lang leven is. De gehele residentie, het park waar de keizer dus woonde was vrij groot, zo bevatte het ook een vijver met een eilandje erin waar hij kon jagen/vissen, tempels en talloze verblijfsplekken voor de 104 vrouwen en nog meer minnaressen die keizer Tu Duc had. Tu Duc was zijn naam. Persoonlijk vond ik het hele gebeuren niet zo heel boeiend en uiteindelijk heb ik zijn graf niet gezien (want het werd gerestaureerd) maar als je dan toch naar Hue gaat, moet je ook een tombe bekijken.

Het 2e wat je moet doen als je in Hue bent en waar je eigenlijk ook niet omheen kunt, is de/het (wat is het goede lidwoord hiervoor?) Citadel. Dat beslaat de helft van de stad en bevat het Paleis van een andere keizer. De gehele citadel is omgeven door een muur van 10 km in totaal en is ontstaan in 1804 dus dat staat er ook al eventjes. Het is dus gigantisch groot en een dorp op zich. Het bevat dan ook compleet een dans-show theater, 2 tempelcomplexen, het paleis en nog een aantal andere gebouwtjes. Het belangrijkste is het presidentiële Paleis waar de kroning plaatsvond en andere belangrijke keizer-dingen. Er zijn binnen die hele 10 km-muur ook nog weer muren die bijvoorbeeld het Paleis extra beschermen. Al met al werd ook hier veel gerestaureerd want op veel plekken waar ooit iets heeft gestaan, was er nu alleen maar een vlakte met gras…alles is vernietigd. Een aantal tempels en het paleis zelf stonden nog mooi overeind, maar ook hier kun je gewoon de gevolgen van de oorlog goed zien. Net als in My Son is het dan de vraag of je dat moet gaan restaureren want als je het restaureert is het zo goed als nieuw, maar als je het niet restaureert, valt er bijna niks te zien…lastig. Ik heb daar dus een poosje kunnen rondlopen, samen met 4 miljard andere toeristen. Op de dag dat ik naar de tombe en de citadel ging, ben ik ook nog naar twee andere pagodes geweest. Ik moet eerlijk bekennen dat ik inmiddels wel een beetje klaar ben met tempels en pagodes. Zoals misschien iedereen dat wel zal zeggen, op een gegeven moment begint alles op elkaar te lijken en dan is zelfs zo’n paleis van de keizer of zijn de gebouwtjes bij de tombe…meer van hetzelfde. Misschien had ik er gewoon even teveel van gezien en is het goed om even een tempel/pagode-pauze in te lassen, dat heb ik dan ook gedaan. Wat trouwens wel erg leuk was, was dat ik bij 1 van de pagodes een ritueel van de monniken kon meemaken. Zo’n acht jonge mannen gingen een half uur lang bidden en zingen in het Sanskrit (de taal uit India/Hindoeïsme). Ik zat er zo’n twee meter vanaf dus dat is wel bijzonder.

Ik had het grote geluk om op 30 april (Koninginnedag) en 1 mei in Hue te zijn en naar Dong Hoi te willen. 30 april is voor Vietnamezen Bevrijdingsdag en 1 mei is May-Day. Dat zijn dus feestdagen voor Vietnamezen en voor een aantal welgestelde Vietnamezen betekent dat vakantie. Heel toevallig willen al die Vietnamezen dan naar Hue en Dong Hoi komen, wat betekent dat alle toers en hotels vol geboekt zijn en alle bussen de prijzen ten minste 3 keer zo duur maken. Dit fenomeen van drukte is nergens anders in Vietnam, dus ik had echt geluk…ahum. Ik moest m’n hotel uit, verplaatst naar een andere, heb drie keer teveel betaald voor m’n bus naar Dong Hoi, daar was m’n hotel ook twee keer boven m’n budget en moest ik m’n activiteiten daar ook uitstellen. Ah fin, ik heb het overleefd en heb uiteindelijk nog steeds mooie dingen gezien.

Dong Hoi dus, een klein plaatsje alweer iets noordelijker. Ik ben daar alleen maar heengegaan omdat daar de grootste grot van Vietnam vlakbij ligt, Phong Nha Cave. Deze is zo’n 55 km lang, ook al kun je alleen de 1e kilometer bekijken. Nou daar wilde ik dus wel heen. Na een mooie rit door de bergen kwam ik aan en kon ik een boot delen met twee aardige Zwitserse oudere mensen. Ik wist wel dat Dong Hoi niet een veel bezochte plaats was door Westerlingen, maar dat ik de enige was (met die twee Zwitsers)! Ik vind het heerlijk om naar plekjes te gaan waar niet veel Westerlingen/toeristen komen, maar als nadeel leidt dat dan wel weer altijd tot starende blikken, niet normaal. Mensen kijken echt alsof ze zojuist een spook hebben gezien. Bij die grot waren wij dus de enige blanken en vooral een meisje, zo groot, blond en wit…goh wat interessant. Die grot is immens populair bij Vietnamese toeristen dus daar zat het vol mee en soms had ik het gevoel alsof ze mij boeiender vonden dan de grot zelf. Mensen begonnen te lachen, springen en wilden zelfs met me op de foto! Als ik daar een kraampje had geopend en 5000 dong (25 dollarcent) per foto had gevraagd, had ik aardig wat kunnen verdienen. Naja, het is wel grappig maar soms ook wel ietwat ongemakkelijk. Later in Ninh Binh (een ander plaatsje) werd ik op een gegeven moment omringd door oude vrouwtjes, (ECHT oud) die mij geweldig vonden. Ze stonden gewoon echt in een kring om me heen, me te bekijken, in het Vietnamees tegen me aan te praten (hoeveel ik ook gebaarde dat ik het niet begreep), ze wilden me aanraken en hebben vervolgens geen woord meer gehoord van de gids die ze iets probeerden te vertellen…en ik zat daar alleen maar eventjes te lezen. Volwassen met kinderen planten hun kinderen dan zo snel mogelijk naast je omdat ze een foto van hun kinderen met een witte, blonde reus willen hebben. Sjaa, best vreemd.

Nou goed, terug naar de grot want daar kwam ik voor. Er waren eigenlijk twee grotten. De ene kon je in lopen, de andere moest je met een boot omdat daar water in stond. Wat ik toen heb gezien WAUW! Dit zijn inderdaad een GROTE grotten! In de eerste heb ik 1.5 uur rond gelopen en me verwonderd over de gigantische stalactieten en –mieten. Ze vonden het leuk om mooie plekjes te verlichten met blauw, groen, rood, roze of geel gekleurd licht. Dat gaf op zich een leuk effect, maar tja…het is wel nep. De tweede grot was dus deels onder water en moest je met een boot in, zoooooooo groot. Wat ik altijd zo bijzonder aan grotten vind, is dat je het gedrup van de druipstenen kunt horen, het echoende geluid van je voetstappen en misschien het geluid van vleermuizen. Helaas zul je dat allemaal nooit ervaren zodra er Vietnamese toeristen in de buurt zijn. Vietnamezen, misschien Aziaten in het algemeen, zullen nooit alleen ergens naar toekomen, altijd in een groep. Dat hoeft niet slecht of negatief te zijn, maar het feit dat daar dan altijd een luidruchtige toergids bij is, of Vietnamezen met elkaar communiceren (lees: blèren)…neemt wel wat magie van de atmosfeer in zo’n grot weg. Ook waren veel mensen meer bezig met waar ze de leukste foto konden nemen dan zich te verwonderen over hoe hoog die grot was. Ach ja, ieder z’n plezier…en ik neem het maar voor lief, dat hoort erbij ;)!

In Dong Hoi was naast de grot echt niks te doen, ja alleen dus het strand waar ik een paar kilometer lang het strand en de zee voor mezelf had omdat het zo hard waaide dat zwemmen dus verboden was. Ik heb wel even lekker kunnen lezen. Na Dong Hoi vertrok ik weer noordelijker richting Ninh Binh. Dat is al een iets groter plaatsje maar is toch een aardig spookstadje als je net als ik om half 5 ’s ochtends daar aan komt en ergens wordt gedropt. Gelukkig zijn Vietnamezen meestal al om 5 uur wakker en wordt in sommige ‘restaurantjes’ dus al voorbereid op gasten…en is er dus nog net 1 iemand te vinden die je een soort van de weg kan wijzen. Ik loop dan dus alleen maar de richting van hun wijzende arm op en hopen dat het de goede kant is. Nou goed, een vroege vogel acteerde als motordriver en bracht me naar het hotel dat ik gelukkig had gereserveerd. Voor de eerste paar uurtjes werd ik in een soort van hok met een bed gestopt en als dan de zon opkomt is alles weer vrolijker. De eerste dag niks gedaan, de tweede dag in Ninh Binh ben ik een toertje gaan doen. Met een motordriver die me naar de toeristische plekjes bracht. Rondom Ninh Binh zijn veel bergen en vooral heeeeeeeeel veel kalksteenrotsen. Ik ben om half 9 ’s ochtends eerst zo’n rots opgeklommen, op de foto zie je hoe hoog die was met de STEILE trap omhoog. Ik ben blij dat ik daar zwaar uitgeput aankwam want WAT een uitzicht! Prachtig. Zo ver ik kon kijken, en dat is best ver, zag ik rijstvelden met kalksteenrotsen. Zoals je dat misschien ook wel zelf op de foto kunt zien. Ik heb geprobeerd te vragen waar die rotsen vandaan komen, maar het enige antwoord dat ik kreeg van mijn driver was ‘ja’…die begreep me dus niet. Ik heb daar even flink staan genieten, in m’n eentje met zo’n uitzicht…schitterend!

De volgende stop was Tam Coc. Dat is een riviertje dat tussen de rijstvelden en kalksteenrotsen doorloopt. In een klein roeibootje werd ik (met een of andere Japanner) over het riviertje geroeid. Zo, dan vaar je dus even tussen de rijstvelden en overal om je heen zijn van die mooie rotsen die de grond uit schieten. Op 3 punten gingen we ook onder zo’n rots door, en dat is best wel laat want je moet uitkijken dat je je kop niet stoot. Opnieuw, prachtig! Het was wel erg warm dus ik had het gevoel dat ik levend zat te verbranden maar ik heb me dus maar in m’n grote sjaal gewikkeld.
Daarna mocht ik mijn magische grotten-sfeer toch nog ervaren omdat ik naar 3 tempels in een grot ging. Daar was ik dus helemaal alleen, in een heel donkere grot met alleen gedruip van de druipstenen, de geur van wierrook die overal wordt gebrand bij tempels en vleermuizen-geluiden. Dat was inderdaad best magisch en ook wel beetje griezelig. Uiteindelijk ging ik nog naar Hao Lu wat interessant had moeten zijn maar voor mij was het opnieuw een tempel en aangezien ik al aardig uitgeput was van de hele dag ben ik daar niet lang gebleven. Het was een mooi dagje waar ik heel veel van de omgeving heb kunnen zien want ik heb ook nog een stukje door een piiiiiiiiiiiiiiepklein dorpje gelopen, waar de mensen dus wonen tussen die rotsen.

De volgende dag in Ninh Binh ging ik naar Cuc Phuong National Park. Dat is een beschermd natuurgebied waar ik een wandeling heb gemaakt door de jungle. Dit keer zonder bloedzuigers maar wel met heeeeeeeeeeeeele grote rupsen. Je weet wel, van die rupsen die heel schattig en aaibaar eruit zien maar eigenlijk allemaal giftige stekels op zich hebben…ik was liever 2 weken later gekomen als die rupsen allemaal vlinders waren geworden. Nou, het was een prachtige wandeling…eigenlijk viel het wel mee en het hoogtepunt had een 1000-jaar oude boom moeten zijn. Okee, de boom was groot maar dat was het dan wel weer. Aan het begin van het park zijn twee centrums waar dieren verzorgd worden, 1 voor apen en 1 voor schildpadden. Die zijn allebei natuurlijk heel schattig om te bekijken. Het park was verder niet super bijzonder maar waar we daarna heen gingen wel, dat was Kehn Ga, vertaald: Kippendorp. Ze konden het beter eenden-dorp noemen want er waren veel eenden. Het is een heel klein dorpje en mensen wonen daar op de kade maar omdat je geen wegen hebt, alleen water, moet alles dus op en over het water…zo primitief, zo mooi en zo rustig. Opnieuw tussen de kalksteenrotsen, geweldig. Het was weer een mooi dagje, en die heb ik ook leuk kunnen delen met een Amerikaan die professioneel honkbalspeler is geweest (hoe vaak ontmoet je die?, als je wilt kun je hem zelfs googlen: Adam Bernero ;)!).

Na Ninh Binh vertrok ik naar Hanoi waar ik nog steeds ben. Hanoi is weer groot en druk. Hier zijn volgens mij net zoveel motorbikes als in Saigon maar nu in smalle straatjes wat het dus allemaal nog krapper maakt…het beste is als je wilt oversteken: niet kijken en gaan. Ja, niet fijn maar ik leef nog. En, even afkloppen, er is twee weken lang niks van me gestolen (goed bezig!). Ik vermaak me uitstekend en het lijkt erop dat ik nog wel eventjes alleen blijf want het reisschema van mij en JP loopt niet helemaal gelijk. Ik ga dinsdag naar Halong Bay voor drie dagen (als het goed is heb ik een boot ZONDER karaoke) en daarna richting Sapa. Nog 1 weekje Vietnam dus, dan op naar een ander land. Maar zoals ik in het begin zei, Sapa en Halong Bay schijnen de mooiste plekjes van Vietnam te zijn en na alles wat ik al heb gezien…dat beloofd dus wel wat!

Ik ga nu maar eens naar het theater waar ik een water poppen show ga bekijken. Dat is iets Vietnamees en dat moet ik natuurlijk gezien hebben ;)!

Liefs,
Anneloes.

  • 09 Mei 2010 - 13:02

    Miranda:

    Hey Loesie,
    wat maak je toch een hoop mee. Geweldig hoor. Zet er maar gauw eenhoop foto's op. Bereid je maar wel voor op dat het hier heel saai is - alhoewel de Giro d'Italia vandaag te zien langsracen was wel een belevenis. Groetjes aan Adam (ziet er aardig uit!). Ik vlieg morgen naar Ukraine, verheug me nogniet op de binnelandse vluchten maar het land schijnt wel mooi te zijn. Doeiii tot over dikke maand! liefs M

  • 10 Mei 2010 - 10:21

    Sophie Hof:

    Hee hee anneloes,

    Ik ga over twee maanden naar Vietnam en ik lees altijd met veel plezier je blogs! Heel veel plezier daar nog en schrijf vooral door ;) xx Sophie

  • 10 Mei 2010 - 17:14

    Stichting Muses:

    Hee Anneloes!
    wow super gaaf allemaal weer hoor! ga nog veel meer mooiste plekjes van vietnam bekijken haha
    groetjes Nicole

  • 11 Mei 2010 - 07:44

    Meisie De Reus:

    Klinkt allemaal goed; Grote witte Reus! :)

    Doei Xx, kleine witte reus!

    (klint beetje als een wasmiddel, laat ik er dan maar gewoon alette van maken!)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Vietnam, Hanoi

Anneloes in Azië

Recente Reisverslagen:

19 Juni 2010

Good luck for you!

10 Juni 2010

Laos blijft mooi

22 Mei 2010

Van hel naar hemel

09 Mei 2010

Alleen op de wereld...

26 April 2010

Vietnam...en alles wat daarbij hoort
Anneloes

Actief sinds 15 Dec. 2009
Verslag gelezen: 317
Totaal aantal bezoekers 30263

Voorgaande reizen:

19 Januari 2010 - 27 Juni 2010

Anneloes in Azië

Landen bezocht: